5.1 Voorafgaand aan de vlucht
5.2 Uitvoeren van de vlucht
5.3 Na de vlucht
5.4 Samenvatting
5.2.1 Een normale vlucht
5.2.2 Een abnormale vlucht
Het kan voorkomen dat je als piloot te maken krijgt met een noodsituatie. Er kan bijvoorbeeld ander luchtverkeer of een groep vogels aankomen. Tijdens zo’n noodsituatie is het eerste advies altijd om het onbemande luchtvaartuig veilig te laten dalen om ongelukken te voorkomen.
Zie hoofdstuk 5.4 voor een korte samenvatting.