6.1 Basis Vliegprincipes
6.2 Verdeling van de hoofdkrachten
6.3 De stuurvlakken
6.4 Gevaren aerodynamica
6.5 Besturing
6.6 De hoofdcomponenten
6.7 Limieten
6.8 Controleren en veiligheidsoverwegingen
6.9 Instellingen van het systeem
6.10 Onderhoud van het systeem
6.11 Samenvatting
Het vliegen met een onbemand luchtvaartuig werkt dus op basis van een aantal aerodynamische principes zoals eerder beschreven in het hoofdstuk. Er zitten echter ook gevaren in de aerodynamica. Voor de onbemande luchtvaartuigen met rotoren zijn er twee potentiële gevaren.
Downwash
Vortex ring single rotor
In het geval van een luchtvaartuig met vaste vleugels is het meest voorkomende aerodynamische gevaar ‘overtrek’.
Overtrek
Zie hoofdstuk 6.11 voor een korte samenvatting.