5.1 | Diafragma en scherptediepte
5.2 | Sluitertijd
5.3 | ISO
5.4 | De belichtingsdriehoek
5.5 | Histogram
5.6 | Bracketing
5.7 | Witbalans
Hoeveel pixels er van een bepaalde helderheid in een foto zitten wordt geïllustreerd door een histogram. Het histogram wordt gebruikt om te bepalen of het beeld niet over- of onderbelicht is. Een goed belichte foto resulteert altijd in een histogram dat in balans is. Is de foto overbelicht? Dan zal de piek van de histogram naar rechts uitslaan, het tegenovergestelde geldt voor een onderbelicht foto.
VOORBEELDEN