Hoofdstuk 5 | Algemene kennis

5.3 | STUURVLAKKEN

Om een luchtvaartuig in diverse richtingen en hoogtes te kunnen sturen, is het luchtvaartuig voorzien van stuurvlakken. Deze zogenaamde ‘roeren’ zorgen voor beweging om drie assen. Het bewegen van het luchtvaartuig om één van deze assen werkt anders voor een luchtvaartuig met vleugels dan voor een luchtvaartuig met een rotor.

5.3.1 | STUURVLAKKEN BIJ EEN ONBEMAND LUCHTVAARTUIG MET VASTE VLEUGELS     

    5.3.2 | STUURVLAKKEN BIJ EEN ONBEMAND LUCHTVAARTUIG MET MEERDERE ROTORS

    Het luchtvaartuig met meerdere rotors beweegt door de snelheid van de propellers als volgt aan te passen:

      Maak een account om verder te lezen