Hoofdstuk 5 | Algemene kennis

5.9 | INSTELLINGEN VAN HET ONBEMANDE LUCHTVAARTUIG 

Om je als piloot aan de limieten en veiligheidsmaatregelen te houden, dien je een aantal standaarden in te stellen in de software van het besturingsprogramma (zie handleiding) van het onbemande luchtvaartuig. De belangrijkste instellingen zijn:

  • Maximale hoogte
  • Maximale afstand
  • Return-to-Home-punt
  • Updates van het onbemande luchtvaartuig in verband met de verplichte Geo-Awareness
  • Invoer van het verplichte registratienummer
Maak een account om verder te lezen